In haar boek combineert Guenther haar stedelijke fotografie uit Barcelona, Glasgow en Osaka met reproducties van Wilson Bentleys foto’s van sneeuwkristallen. Hij was een van de eerste fotografen van sneeuwkristallen, en schreef in 1922 dat elke sneeuwkristal geheel uniek is. De door het boek verspreide tekstfragmenten verweven de op het eerste gezicht totaal verschillende beelden, en stellen vragen over schoonheid in de wetenschap, het gedachtengoed van Bentley en de supersymmetrie, een populaire maar nog immer natuurkundig onbewezen theorie. Guenther hanteert fotografie, met haar geschiedenis als medium dat wordt gebruikt en misbruikt als bewijsmiddel, als laag om deze vragen te stellen. De publicatie bevat de begeleidende tekst AMALGAM van schrijver, vertaler en beeldend kunstenaar Miek Zwamborn.

Antje Guenther studeerde Fotografie en Beeldende Kunst aan de kunstacademie te Leipzig en Karlsruhe. Vorig jaar was ze artist in residence aan de Van Eyck in Maastricht. Guenther beschouwt speculatie, toe-eigening en bewijsdrift als essentiële processen bij het bevragen van mogelijkheden en voorwaarden voor de totstandkoming van (wetenschappelijke) kennis. Haar achtergrond in geneeskunde is een mogelijke verklaring voor haar fysieke benadering in de materialisatie van theoretische kwesties.