Inger Alfnes, Maja Bekan, Egle Budvytyte, Gunndís Yr Finnbogadóttir, Jacqueline Forzelius, Gerwin Luijendijk, Margo Onnes, Terje Øverås, Mirjana Stojadinovic, Edward Clydesdale Thomson, Esmé Valk, Esther de Vlam, Sjoerd Westbroek

Reisgenoten
Beeld je in dat je onderweg bent verdwaald, op een zonderlinge plek bent terecht gekomen en opgescheept zit met een kerel die Barry heet. Hij is bovendien een stil type. Maar als zij eenmaal los komt, is het moeilijk om haar tegen te houden. Zij zal op ondoorgrondelijke wijze spreken over de toekomst, het verleden en de plaats waar zij vandaan komt. Ze spreekt in beelden, zinspelingen en codes. Soms gesticuleert zij zo intens dat haar gebaren een of ander ballet lijken te vormen. Een gesprek voeren met Barry wordt als het samen uitvoeren van een soort choreografie.

Na een tijdje zijn er momenten dat je het gevoel hebt dat je begrijpt wat hij bedoelt en zijn grapjes snapt. Was hij geen grappen aan het maken? Bij Barry is het moeilijk te zeggen, maar er zijn een paar dingen die jullie gemeenschappelijk hebben: jullie houden allebei van Hitchcock en zouden alles doen om deze plek te verlaten. Dus ga je. Je reist met Barry naar magische en mysterieuze plaatsen. Jullie gaan ook wel eens alleen maar koffie drinken of in het park wandelen. De precieze aard van jullie reizen is moeilijk te beschrijven. Je zou kunnen zeggen dat ze een beetje aanvoelen als twee jaar kunstacademie en een tentoonstelling. (Jan Verwoert)

Over de kunstenaars
Mirjana Boba Stojadinovic is geboren in Joegoslavië. Of in Servië. Zij is geboren in een land waar de tijdelijkheid van ruimte goed wordt begrepen. Zij onderzocht zij hoe de herinnering aan de plaats waar we vandaan komen ons begrip van de ruimte waar we naartoe gaan kan beïnvloeden.

Gunndís Yr Finnbogadóttir gebruikte de tentoonstellingsruimte om een huiselijke ruimte (haar schoonmoeders keuken) en een werkruimte (haar atelier) met nieuwe ogen te bekijken. Het zijn allebei plekken voor specifieke vormen van productie.

Jacqueline Forzelius opende een bureau, waar zo goed mogelijk een dienst werd verleend. Iets met communicatie. Welke dienst precies werd verleend bleef onduidelijk. Toch werd de bezoeker op een of andere wijze deelnemer.

lees meer

Terje Øverås schreef een prozagedicht: een ‘patafysische reis uitgestippeld met Oulipiaanse kaart.’ Ook creëerde hij verschillende mogelijkheden om de tekst te lezen.

In het videowerk van Margo Onnes‘ dwaalde een dubbelganger van TV heldin Emma Peel uit de jaren zestig door een decor. Maar de individuele opnames leken lukraak te zijn herschikt. Werelden plooiden in elkaar, tijdscycli en personages verschuiven.

Sjoerd Westbroek onderzocht de paradox van het tekenen: zodra iets is afgebeeld, verdwijnt het achter het ondoorzichtige oppervlak van de tekening. Dit kat en muisspel tussen ervaring en representatie, wordt nog toepasselijker als een tekening wordt geprojecteerd. ‘Welke vorm van aanwezigheid’, vroeg Westbroek zich af, ‘blijft er over als het beeld simpelweg in het licht lijkt te hangen?’

Edward Clydesdale Thomson onderzocht hoe op uiteenlopende locaties, zoals dierentuinen, siertuinen of peep shows, een schouwspel wordt geconstrueerd. Welke logica wordt gebruikt om de aandacht van de kijker te richten, of diens verwachtingen te belonen? Bij zijn analyses gebruikte hij fotografie maar ook gesproken beschrijvingen.

In Inger Alfnes‘ foto’s kregen vertrouwde dingen of landschappen een duistere lading. Het blad van een zaag steekt uit een afgelegen bevroren meer. Het object lijkt een bijna menselijke vorm aan te nemen. In haar beelden leek vaak een donkere geest achter een masker van formele schoonheid te schuilen.

Met video en geluidswerk vertelde Egle Budvytyte magische verhalen die waar zouden kunnen zijn. Zij ontdekte dat vissen berichten uitzenden die mensen kunnen ontcijferen. Hun signalen zwemmen door de lucht op een voorheen onontdekte frequentie.

Maja Bekan was gefascineerd door de geschiedenis van het fenomeen vrije tijd. Waar arbeiders eerst op reis gingen op jacht naar de zon, halen we nu spray tans en zonnebanken in huis. Haar installatie liet de ruimte van de zonnebank en de klassieke zomervakantie samenkomen in een verleidelijke technologische vertelling.

Esther de Vlam was geïnteresseerd in de vraag hoe mensen vanuit het absolute minimum toch iets kunnen scheppen. Hoe vertrekken we vanaf een nulpunt? Wat gebeurt er als de drempel van de normaliteit wordt overschreden? Hoe wordt een crisis (een oorlog of armoede bijvoorbeeld) tot een normale toestand?

In video, performance en beeldhouwwerk onderzocht Gerwin Luijendijk de verschillende eigenschappen van het huis, het atelier, of ‘de natuur’. De elementen in zijn presentatie refereerden aan bekende modernistische stijlfiguren, maar evenzeer aan de bekende alledaagse wereld.

Esmé Valk hield zich bezig met sociale choreografie: de studie naar sociaal en niet-sociaal gedrag. Gaandeweg concludeerde Valk dat zij zelf, als waarnemer, niet buiten het fenomeen kan staan dat zij observeerde. Ze zocht een methodologie om recht te doen aan deze realiteit.

kunstenaars

Inger Alfnes, Maja Bekan, Egle Budvytyte, Gunndís Yr Finnbogadóttir, Jacqueline Forzelius, Gerwin Luijendijk, Margo Onnes, Terje Øverås, Mirjana Stojadinovic, Edward Clydesdale Thomson, Esmé Valk, Esther de Vlam, Sjoerd Westbroek